Samenwoners met een gezamenlijke woning regelen meestal in hun samenlevingscontract hoe zij de maandelijkse kosten van hun huis betalen. Ook spreken ze vaak of hoe ze omgaan met een eventuele extra inleg, bijvoorbeeld als één van beiden de verbouwing van de badkamer betaalt met eigen geld.
Onlangs moest zowel de Rechtbank, als het Hof in hoger beroep, oordelen over een zaak waarin de kostwinnende man vond dat hij bij de scheiding recht had op € 173.254 omdat hij dit bedrag uit eigen middelen had geïnvesteerd in de gezamenlijke woning.